Kunt u bij uw klant geleverde maar niet-betaalde goederen terughalen?
Dat hangt af van het tijdstip waarop de goederen zijn geleverd en uw vordering is ontstaan. Schuldvorderingen die al bestonden op het moment dat de GRP-procedure van start gaat, vallen onder de opschorting en worden dus bevroren. In dat geval zal het juridisch gezien bijzonder moeilijk zijn om de goederen weer op te halen. De GRP laat tijdens de beschermingsperiode immers geen bewarend of uitvoerend beslag toe. Een clausule van eigendomsvoorbehoud uitoefenen zal ook niet eenvoudig zijn.
Voor nieuwe vorderingen geldt deze regeling niet – ze moeten dus betaald worden. Gebeurt dat niet, dan kunt u beslag laten leggen of uw rechten op een andere wijze laten gelden, conform het contract of de algemene voorwaarden.
In de praktijk is het antwoord echter genuanceerder: de aard van de geleverde goederen, het tijdstip waarop u ze opeist en de gevolgen hiervan voor uw klant bepalen wat mogelijk is. De gouden regel is dat u met uw klant tot een vergelijk kunt komen over de goederen, zolang de regeling ‘redelijk’ is en het de continuïteit van de onderneming niet (verder) in gevaar brengt.
Concreet laat u zich best bijstaan door iemand met ervaring in de materie of laat u vergezellen door een deurwaarder als u uw klant bezoekt om een dergelijke minnelijke schikking te treffen. Gaat de klant niet akkoord om de goederen af te staan dan kan de deurwaarder dit vaststellen. (maar met een vaststelling van een deurwaarder heeft u natuurlijk nog steeds uw goederen niet terug in handen…)