Kan een vennoot of een bestuurder dankzij een faillissementsprocedure bevrijd worden van persoonlijke borgstelling ?
Een persoonlijke borgstelling wijst op het feit dat het volledige vermogen van de borgsteller de terugbetaling van de lening garandeert.
Er bestaan ook “zakelijke” borgstellingen. In dat geval is het goed dat als garantie voor de betaling dient duidelijk reeds aanwijsbaar van bij de borgstelling. Een typisch voorbeeld is een hypotheek. Daar dient een onroerend goed als waarborg voor een lening. Ook waardepapieren zoals aandelen, obligaties, wissels dienen vaak als zakelijke borg.
Personen die zich ‘kosteloos’ persoonlijk borg stellen voor wat betreft de terugbetaling van een lening kunnen daar na het faillissement van die ontlenende partij, waarvoor men zich als persoon heeft borg gesteld, mogelijk van bevrijd worden. Deze mogelijkheid doet zich voor als er een wanverhouding is tussen het bedrag van de persoonlijke borgstelling en de grootte van het persoonlijk vermogen van de borgsteller.
Er is bijvoorbeeld een wanverhouding tussen het bedrag van een waarborg en de grootte van het vermogen van de borgsteller als deze laatste zijn enige eigendom waar hij/zij in woont zou verliezen door uitwinning van de borg. Wie meerdere eigendommen heeft en er 1 dreigt te verliezen door een uitwinning van een borg heeft veel minder kans op bevrijding.
Er is behoorlijk wat discussie over de ‘kosteloosheid’ van een persoonlijke borg. Voor vennoten en vennootschappelijke mandatarissen is deze discussie voorlopig afgesloten met een arrest van het hof van cassatie. Ingevolge dit arrest kan hun borgstelling niet beschouwd worden als kosteloos omdat ze er belang bij hebben dat hun vennootschap een krediet kan verwerven. Kosteloosheid dient volgens cassatie dus te worden geïnterpreteerd als “belangeloos”.
Tijdens de faillissementsprocedure kan een bank als houder van zo’n persoonlijke borg trachten over te gaan tot “uitwinning”. De bank als schuldeiser kan met andere woorden de borgsteller trachten te dwingen om met eigen middelen de lening terug te betalen die de gefailleerde vennootschap niet kan betalen.
Familieleden en vrienden die zich borg hebben gesteld maar geen aandelen of mandaat hebben in de failliete vennootschap kunnen op deze manier (ze hebben belangeloos gehandeld) hun enige gezinswoonst redden van (poging tot) gedwongen verkoop door de bank.
De overige borgstellers die door hun (niet belangeloze) borgstelling mogelijk tot langdurige armoede veroordeeld worden kunnen een collectieve schuldenregeling (CSR) overwegen.