Gerechtelijke reorganisatie door een overdracht van de onderneming (optie 3) wat houdt dat in?
De onderneming met problemen kan ervoor opteren om onder toezicht van de gedelegeerd rechter een akkoord te bereiken voor wat betreft de overdracht van de onderneming of overdracht van de activiteiten van de onderneming (geheel of gedeeltelijk).
Sedert 1/8/2013 kan een (gedeeltelijke ) overdracht ook gecombineerd worden met een collectief akkoord voor het gedeelte van de onderneming dat niet overgedragen wordt. Zo kunnen er levensvatbare activiteiten worden geïsoleerd en vervolgens gered.
In het kader van de gerechtelijke reorganisatie (optie 3) moet men steeds een gerechtsmandataris laten aanstellen. Die mandataris kan instaat voor de organisatie en realisatie van de overdracht van deze onderneming. Het gaat hier over een partiële buitenbezitstelling want het bestuur blijft (in de meeste gevallen) wel de onderneming leiden.
De overdracht onder gerechtelijk gezag kan in de praktijk op 2 manieren gebeuren:
– de vrijwillige overdracht, op vraag van de ondernemer zelf (in het begin of tijdens de procedure)
– de gedwongen overdracht, op vraag van (1) de procureur des Konings, (2) een schuldeiser of (3) elke belanghebbende bij een overdracht.
In de praktijk zijn er vier gevallen waarin de gedwongen overdracht kan plaatsvinden:
1) de onderneming voldoet aan de voorwaarden van een faillissement en heeft zelf nog geen gerechtelijke reorganisatie aangevraagd.
2) het gerechtelijke reorganisatieplan wordt aangevraagd maar geweigerd door de rechtbank of wordt na de goedkeuring ingetrokken door de rechtbank.
3) de schuldeisers verwerpen het reorganisatieplan.
4) de rechtbank wil het reorganisatieplan niet homologeren.
De voordelen bij een overdracht van onderneming (optie 3) zijn de volgende:
– de (een deel van) activiteiten bij de onderneming kan/kunnen mogelijk zo gered worden zonder dat de onderneming eerst failliet moet gaan.
– de start van de gerechtelijke reorganisatie zorgt er voor dat men voor 6 maanden (verlengbaar tot 18 maanden) bescherming geniet tegen de schuldeisers. Door de opschorting van betaling moet men de schuldeisers niet meer betalen (de debiteur/schuldenaar, of beter gezegd diegene die werd aangesteld en de onderneming in GRP bestuurd, kan ‘vrijwillig’ nog wel overgaan tot betaling). De schuldeisers kunnen niet overgaan tot uitvoering van hun vordering (via beslag,…).
De nadelen van een overdracht van onderneming (optie 3) zijn de volgende:
– de oorspronkelijke ondernemer of bestuurder is niet meer beschikkingsbevoegd. De overdracht van de onderneming gebeurt nu immers onder gerechtelijk gezag wat toevertrouwd wordt aan de gerechtelijk mandataris. Deze gerechtsmandataris en de rechtbank beslissen over de overname, in theorie gebeurd dit in overleg met het management van de GRP beschermde onderneming.
– publiciteit: er is een publicatie voorzien in het Belgisch Staatsblad. Dus iedereen (klanten, contractanten, kredietverstrekkers,…) kan te weten komen dat er een gerechtelijke reorganisatie werd aangevraagd.